14. Viermaal super

Geen nieuws, goed nieuws, klopte deze keer helemaal. Ik had het zo druk met positieve activiteiten dat ik mijn blog verwaarloosde. Sorry, lieve lezer! De voorbije week begon onmiddellijk heel sterk. Ik ontving een brief van Westtoer, toerisme West-Vlaanderen. De provincie zag mijn filmproject helemaal zitten en betuigde haar steun. Het was duidelijk dat de heer Bogaert aan de nodige touwen had getrokken om schot in de zaak te krijgen. Dus zond ik allerlei mails naar de betrokkenen, want binnenkort zouden we samen zitten om te overleggen over de praktische invulling van deze hulp.

Het is gewoonweg schitterend! Nu al werkt niet alleen de gemeente, maar ook de provincie mee! Ik moet enkel nog de Vlaamse regering en het VAF (en liefst ook nog wat sponsors) kunnen overtuigen en de serie komt er! Klinkt simpel, maar dat is het niet.

In de allerbeste stemming ontving ik dus op donderdagavond mijn actrices op de avant-première van het filmfragment dat we draaiden op 3 september.

De actrices in hoeve ‘Goed Van den Bogaerde’

Mijn man had voor een zwartwit versie, een kleurenversie en ook nog voor de nodige bloopers gezorgd. Hij heeft duidelijk een carrière in de filmsector gemist. Wat hij samenstelde, met eerlijk gezegd beperkte middelen, overtrof mijn stoutste verwachtingen. Daar bovenop had Jan Vermersch voor schitterende foto’s van de making-off gezorgd. Bij het begin van het filmpje zaten de dames nog wat te giechelen, maar na de eerste minuut werd het stil en werden ze meegezogen in het verhaal. Eerlijk gezegd dat betekende voor mij veel meer dan de lovende woorden die volgden. Het fragment duurde met generiek en alles amper 5 minuten en toch voelden ze de beklemming. Ik vond dat een mooi compliment. Vandaar dat ik overtuigd ben dat ik met misschien weinig geld, maar met een goede ploeg toch de film kan maken. Krijg ik overheidssteun dan wordt het een fantastische film.

.

Zo zie ik ‘mijn’ Moeder De Zutter

 

Diezelfde donderdag was ik in de namiddag eerst nog op stap, of beter op autotocht met de heer R.V.L. uit Aalter. Die man is de kleinzoon van de boomsnoeier die het lichaam van baron Henri d’Udekem d’Acoz in 1915 ontdekte. Hij vertelde heel veel, o.a. een aantal details die ik nog niet kende. Bovendien bezorgde hij mij een paar foto’s van zijn grootvader, wat dus ook een hele aanwinst is. In Beernem bezochten we een familielid van de heer R.V.L. en samen haalden ze allerlei anekdotes aan. Onze gastheer schonk daarbij een heerlijke duvel en met deze beide oude, maar kranige en alerte heren beleefde ik een leuke en interessante namiddag. Die boeiende vertellingen kan ik zeker gebruiken voor de film. Het schetst een goed beeld van het sociale leven te Beernem anno 1920-’30.

En om de week helemaal positief te beëindigen mocht ik vrijdagavond in Sint-Joris-ten-Distel mijn voordracht geven aan een talrijk en enthousiast publiek. Het was een privé-initiatief van een familie afkomstig van Beernem. Veel van de familieleden en hun vrienden kenden het verhaal bijzonder goed en er werden vele vragen gesteld. Opnieuw kreeg ik een aantal zaken te horen die ik nog niet kende. En tot besluit zongen de oudste familieleden nog het lied van Tamboer over de moord op Hector De Zutter. Wat een zalige sfeer hing daar.

Ik kan enkel heel gemeend dank u zeggen aan alle mensen die deze week zo bijzonder voor mij maakten. Dank u wel! Dank u wel!

 

13. Campus

Gisteren heb ik een volle dag genoten van de zon en het lieve, luie leven samen met mijn nog lievere man. Hopelijk deed jij hetzelfde. Het was ook wel nodig daar ik de hele vrijdag behoorlijk door elkaar was geschud.

 

Ik had me ingeschreven voor de campus ‘subsidiedossiers’ van het VAF. Dat ging door in het Rits te Brussel. Daar ik donderdagnacht tot 01.30 had doorgewerkt – het vlotte heel goed en dan blijf ik maar typen – was ik de vrijdag zo fris als een zombie en keek lichtjes scheel uit de ogen. Niet getreurd. Ik bereikte tijdig de zaal, vond een zitplaats en dacht even te kunnen dommelen, maar de inleidende info van Karla Puttemans werd zo goed gebracht dat ik stilaan wakker werd. Perfect op tijd om Dirk Cools aan het woord te horen en te beseffen: ‘Ryserhove, dat wordt niets met je aanvraag!’

Toen de heer Dirk Impens dat er nog eens dik inwreef, zat ik op de bodem van mijn incasseringsvermogen. Meestal sluip ik dan weg, kruip in een hoek en wacht tot de desillusie doorgeslikt, herkauwd en verteerd is.

Deze keer ging het net andersom: ik rechtte de rug, herschikte mijn gevoelens, spuwde de angst uit en dacht: “Niet met mij!”. Door dit te doen ontdekte ik plots dat de woorden van deze drie mensen meer bevatten dan een afwijzing. Ik kreeg aanwijzingen, zeer goede aanwijzingen zelfs, voor de herindiening van mijn dossier. Ik wist al van de heer P. dat ik een herkansing zou krijgen. Die sprekers hadden mij duidelijk gemaakt waarom. Bovendien hadden ze me ook getoond hoe ik de tweede keer kon slagen. En ik zal slagen! In maart of april krijg ik die kans en ik zal ze voor tweehonderd procent benutten én weet hoe dat te doen. Waw! Het wordt een echte uitdaging, maar ik kan ze aan. Ik zal echter hard, heel hard moeten werken.

Toen ik rond drie uur terug door de Dansaertstraat stapte, had ik geen oog voor de zon, de mooie winkels en geen oor voor de muziek op de Oude Graanmarkt. Ik had nog een afspraak na te komen en niet de minste!

Onlangs had iemand mij een ‘kogel’ – ja, je leest goed – bezorgd en die kan een belangrijke rol spelen in ‘De moorden van Beernem’. Later vertel ik daarover wel meer, maar vrijdag mocht ik die kogel gaan afgeven op de Koninklijke Militaire School!

Vorige week had ik aan professor Pirlot uitsluitsel gevraagd over de herkomst en de leeftijd van die kogel, maar de foto’s die ik gescand had, konden niet gebruikt worden. De kogel moest in een ultrasoon bad en dat zou mijnheer Chabotier doen! Met de post zoiets verzenden leek me geen goed idee, daarom die persoonlijke levering.

Nog helemaal ondersteboven door de inhoud van de workshop duwde ik de deur van het wachtlokaal, annex receptie van de KMS open. Dubbel, donkergetint glas met daarachter twee typische ‘machomilitairen’. Mijn nekhaar kwam recht. Machogedrag werkt bij mij als een rode lap. Ik was al wat opgefokt en niet geneigd te plooien. Ik reageerde dus koel, kort en krachtig. Blijkbaar had het wel enig effect, want in tegenstelling tot de vrouw die na mij opdook, moest ik geen identiteitskaart indienen. Ik werd wel koel, kort en krachtig doorverwezen naar de fauteuil in de wachtkamer en daar kon ik blijven sudderen. Dachten zij! Hun reactie op mijn opmerking dat ik een afspraak met de heer Chabotier had, werd op licht ongeloof onthaald en besmuikt werd er geglimlacht. Groot was hun verrassing toen die heer een paar minuten later voor mijn neus stond.

Mijn verrassing was echter tien keer groter. Ik had me voorbereid op de confrontatie met de supermacho van de KMS en daar dook een knappe gentleman in vlotte burgerkledij op. Daar ging mijn strategie. Ik was finaal van slag. Het gegrinnik achter de glazen wand was overduidelijk. Ik moet er waarschijnlijk geen tekening bij maken.

Enfin, ik gaf mijn kogel, stamelde wat dankwoorden, vroeg wanneer ik resultaat mocht verwachten en stond weer op de militaire stoep. Pioenrood en zwetend als een rund. Ik meen dat ik eind volgende week resultaat mag verwachten. Neem me niet kwalijk als ik het verkeerd begrepen heb.

Gisteren moest ik dus even bekomen, maar vanaf vandaag schouder ik opnieuw het geweer en marcheer!

12. Kleine kater

Na een super interessante ontdekking  van een pittig detail in het gerechtsdossier, leek mijn dag te eindigen in rozengeur, was daarop niet het gesprek met het diensthoofd van het rijksarchief gevolgd!

Als je mee moet naar het allerheiligste voor een antwoord op een eenvoudige vraag, belooft dat meestal weinig goeds. Mijn intuïtie bedriegt me zelden en ook vandaag zat ik jammer genoeg pal in de roos.

Via een goedbedoelde en breedvoerige uitleg vernam ik van het diensthoofd dat mij geen prijsvermindering op de publicatierechten zou worden toegestaan. Van een aderlating gesproken! Het kostenplaatje schoot plots de hoogte in, nl. 15 euro extra per document dat ik uit het gerechtsdossier wou overnemen.

Conclusie: ik zal een serieuze schifting moeten doorvoeren, want die tweehonderd geplande publicaties zitten er nu niet meer in, tenzij natuurlijk één of andere milde sponsor zich geroepen voelt mij te ondersteunen?

Hallo, wereld, is daar zo iemand? 😉

 

11. ‘t Brugsche Vrije

Ja, ik heb je een beetje verwaarloosd, maar zeg nu zelf, wat zou jij doen als je man plots een ticket voor een trip naar Keulen voor je neus liet neervallen? Ik dacht onmiddellijk aan mijn Keulse koffer naast die van Boudewijn De Groot. Hoeveel souvenirs kon ik daarin nog opbergen! Dus nam ik tandenborstel en man onder de arm en huppelde naar het station. Het vullen van die vergeten valies duurde een heerlijke week. Nu heb ik genoeg bagage om een jaar keihard te werken aan mijn droom.

En ik mag nog steeds dromen, want de positieve reacties blijven binnenkomen. Ik vroeg en kreeg gisteren een afspraak met de heer Bogaert, de Brugse Schepen van Toerisme. Wat ik als een moeilijk te nemen horde zag, werd uiteindelijk een rode loper waarlangs ik ‘t Brugsche Vrije kon binnen schrijden. Bij een kop koffie ontspon zich een interessant gesprek over mijn stokpaard(je) met een man die eveneens geïntrigeerd was door ‘De Zaak De Zutter’. Resultaat: hij wou me graag verder helpen.

Bovendien blijkt mijnheer Bogaert nauw betrokken bij het City Film Office! Ik citeer: “Het City Film Office valt onder het bestuur van de Stad Brugge en is ondergebracht bij Toerisme Brugge. Het heeft als doel het cultuurtoeristische imago van Brugge te promoten en als taak de produktie van audiovisuele projekten te vergemakkelijken.” Vooral dat laatste is natuurlijk belangrijk daar bepaalde Brugse locaties ook in mijn film een rol zullen spelen. En wie moet nu net zijn toestemming verlenen voor het filmen op Brugse locaties … inderdaad, diezelfde man!

Hij beloofde trouwens nog meer, maar daarover schrijf ik je een volgende keer.

10. In de krant!

Nog steeds is het warm rond mijn hart. De foto- en filmopnames van vorige zaterdag doen het vuur telkens weer oplaaien. Wat een schitterende actrices zijn Agnella, Leen, Marika, Mieke, Petra&Petra en Veerle. De close-ups spreken boekdelen. Momenteel werkt ‘Het Moment’ zich uit de naad om een goede montage en collage in elkaar te steken, maar het werk wordt vaak onderbroken door onbedaarlijke lachsalvo’s bij weer een blooper. Ook daaraan wordt gemonteerd.

Het succes kon niet uitblijven. Blijkbaar is het resultaat doorgesijpeld naar de krant 😉 Kijk even rechts bij de links, daar kan je het artikel van de verslaggever lezen.

9. Een moodboard!

Nog nooit van gehoord? Je bent niet alleen. Ik stond met de mond vol tanden – zonder was geen gezicht geweest – mijnheer P. aan te gapen, toen hij die term dropte. Even overwoog ik heel overtuigend te bevestigen dat zo’n “moet-bord” inderdaad de goede manier is, wil je je agenda een beetje deftig organiseren, maar een klein stemmetje zei me eerlijk te bekennen dat ik niet wist waarover hij het had. Gelukkig maar.

Een ‘moodboard’ dus …

Een moodboard is een visualisatie van een concept, idee, gedachte of gevoel.
Een moodboard wordt ook wel een beeldcollage genoemd, maar is meer dan dat. Het verbeeldt ook je dromen en aspiraties. En een droom heb ik! Gelukkig maar 😉

Gisteren kreeg mijn moodboard vorm. Ik vond namelijk zeven vrouwen, één man én mijn man bereid op de eerste zonnige dag in weken hun tijd te spenderen in de boerderij van Hector De Zutter.  Die prachtig gerestaureerde  hoeve ‘Goed van den Bogaerde’ is de ideale locatie voor de introfilm die ik wil aanbieden aan de VRT en andere productiehuizen.

En die zeven dames waren in the mood! Waw! Ik heb mijn ogen uitgekeken op hun acteerprestaties! Kippenvel kreeg ik. Niets was hen te veel: het kapsel werd geteisterd, de make-up geweerd. Er werd gefronst en de expressieve kin geheven en ondertussen veroverde de spanning hand over hand het beeld… tot de hond blafte en Colpaert verscheen! Toen gierden, schaterden en kreunden we van het lachen. Aan bloopers zal het niet mankeren.

Dus ja, ik voel me super. De steun en de inzet die ik gisteren kreeg, heeft mij een heel warm gevoel gegeven. Nu is het aan mijn man en mezelf een geslaagde montage te maken. Er is werk aan de winkel. Gelukkig maar!

8. Op mijn klompen naar de kloefen

Gisteren was ik andermaal in het rijksarchief. Daar is het heerlijk werken. Ik omring mij met het dossier, mijn laptop, agenda, bril en potlood. De archiefdozen kunnen niet allemaal op de mij toegewezen plaats, maar geen nood, ondertussen heb ik een plek veroverd tussen de vaste klanten en kan ik de rest achterlaten op het rek ‘bijhouden’. Regelmatig vlinder ik tussen tafel en rek en wissel dozen en dossiers.

Het is meestal aangenaam stil in de leeszaal en na een paar minuten verdwijn ik steevast in het verleden. Ik word Julienne De Zutter op zoek naar haar broer Hector.

Tussen augustus 2010 en februari 2011 heb ik zo het hele dossier een eerste maal gelezen, maar de massa gegevens kon ik niet in een keer opnemen. Natuurlijk heb ik een databank aangelegd met alle belangrijke info, ik fotografeerde interessante documenten en stelde een register op. Hier en daar plaatste ik grote vraagtekens bij bepaalde items: opmerkingen van getuigen waarvan ik de waarde of betekenis niet kende en waarvoor ik later, nu dus, een verklaring zou zoeken.

Zo had ik me vorig jaar tijdens een van mijn eerste speurtochten in het dossier verwonderd over het belang van de ‘kloefen’. In één van de verhoren vertelde Irma De Vos over de klompen die haar broer gekocht had. Ik had geen flauw benul waarom dat in het verhoor was geslopen. Volgens mij had het geen enkel belang. Mijn vader had het ook nooit over dat detail gehad.

Gisteren echter, na een tweede leesbeurt begreep ik opeens hoe waardevol die opmerking was. Irma wou met dat kleine feit een verklaring van Julienne ontkrachten. Een verklaring die ik de vorige keer over het hoofd had gezien. Door die kleine uitweiding van Irma kreeg de opmerking van Julienne meer belang en las ik haar verhoor nog eens grondig na. Zo bemerkte ik een tegenstrijdigheid tussen Irma’s verhoor en dat van haar man, waardoor de geloofwaardigheid van Juliennes relaas toenam.

Tja, ik heb het misschien maar laat ontdekt, maar ik ben dan ook niet gewoon mij op klompen voort te bewegen.

7. Hopelijk geen ‘gone with the wind’!

Al gehoord van GoneWest? Nee? Niet erg en wees gerust, ik ben niet van plan te emigreren zoals een grootoom van mij.

GoneWest is een bundeling van cultuurevenementen rond W.O.I. die door de provincie West-Vlaanderen gesteund worden. Ook nu is er geen reden tot paniek: ik ben nog niet zo oud dat ik als veteraan door het leven ga.

GoneWest zoekt cultuurmakers enz… en nodigt die uit op een infosessie. Juist, u raadt het al: ondergetekende mag hen vervoegen. Hoe dat zo komt? De naam d’Udekem d’Acoz is u vast niet onbekend als u het ‘tipje van de sluier’ aandachtig gelezen hebt. U weet dan dat baron Henri d’Udekem d’Acoz het eerste slachtoffer uit ‘De moorden van Beernem’ was. Laat die sukkelaar nu net in W.O.I vermoord worden en wie blijken de officiële moordenaars: twee Duitse officieren! De stap van de ‘grote oorlog’ naar mijn docudrama is dus minder groot dan je wellicht dacht. Als hun interesse in mijn project wordt omgezet in een samenwerking kan dat voor wat fondsen en/of logistieke steun zorgen. Hoop doet leven.

Een tweede Gone with the wind zou misschien toch niet zo slecht zijn. Als ik mij niet vergis, werd dat een kaskraker.

6. En de provincie West-Vlaanderen zegt …

… hoe meer zielen, hoe meer vreugde. Dat laatste geldt alvast voor mij. Wat ze echt schreven, kan je hierna lezen.

“…Vanuit de Provincie en Westtoer doen wij inspanningen om het ‘ruime’, historische Bulskampveld (Oostkamp, Beernem, Ruiselede, Wingene, Aalter) op de kaart te zetten als recreatief bestemmingsgebied voor fietsers en wandelaars. Uw documentaire kan dus een meerwaarde betekenen om het gebied op de kaart te zetten…”

Mijn weekend kan alvast niet stuk. Volgende donderdag vergaderen ze over het dossier en daarna krijg ik een afspraak om mijn enthousiasme en inzet te tonen. Wordt vervolgd.

5. Een groentje met …

De weergoden deden er gisteren alles aan om te verhinderen dat ik Brussel en mijn ontmoeting met de heer P. zou missen. Ondanks de stortvloed, de blikseminslagen en de treinvertraging kwam ik ruimschoots op tijd. Dat kon niet gezegd worden van mijn gesprekspartner. Hij vroeg per sms een halfuurtje uitstel. In nagelbijten had ik geen zin dus stilde ik de honger met een overheerlijk broodje. Met nog een laatste hap voor de boeg werd ik dan toch nog verrast door de komst van de heer P. Ik moest even slikken!

Een uur en veertig minuten later had ik alle calorieën die in het stokbrood, de mozzarella, tomaat en sla zaten, verbruikt, mijn suikergehalte zat in de alarmzone en ik was totaal uitgedroogd. De regenjas van de heer P. zwierde maar amper de deur uit of ik stortte me op de kaart. Bij een ‘calleke en een cake’ hervond ik mijn fysiek evenwicht, de chaos in mijn hoofd tot rust brengen, duurde iets langer.

Enerzijds was ik euforisch, anderzijds werd ik paniekerig, maar bovenal voelde ik me een groentje. Het gevreesde ‘neen’ had ik niet gekregen, wel een ‘misschien’ met een hele hoop huiswerk erbij. Uit het gesprek bleek dat ik de filmwereld amper kende, geen benul had van de mogelijkheden én de normen, waardoor mijn dossier waarschijnlijk niet beantwoordde aan de eisen van het comité, stelde de heer P., maar ik had zijn interesse  gewekt door de inhoud van het project. Er stak potentieel in. Ik was dus een groentje met een … vinkje.

Wanneer ik analyseerde wat de heer P. zei, kwam ik tot de conclusie dat de verpakking en de samenstelling van het dossier ‘misschien’ wel klopten, maar dat de drager van de boodschappentas te licht werd bevonden. M.a.w. ik moet dringend Erik Van Looy eens bellen. Helaas, ik ben zijn telefoonnummer kwijt! Help ik heb huiswerk!