35. Zoek de leugenaar

Deze week vond ik in het gerechtsdossier een aantal verhoren die elkaar totaal tegenspraken. Sedertdien puzzel en zoek ik als Hercule Poirot in mijn grijze cellen naar de waarheid, of naar de leugen. Het maakt niet uit. Als ik één van beide vind, weet ik!!

Ook al is het einde van mijn speurtocht in zicht, toch lees ik nog altijd nieuwe details die me aan het denken zetten, plots klaarheid brengen of me net aan het twijfelen brengen. Een tijdlijn en stratenplan helpen daarbij. Zo gaat het nu werkelijk over ‘minuten’. Ik verklaar: personage A beweert om 02.30 aan de spoorwegovergang te zijn, getuige B bevestigt dat en ziet nog andere personen, namelijk C, D en E in de omgeving van A. Maar dan verklaart F dat B om 02.30 nog in het café van G zat en pas veel later naar huis ging. Via de handel en wandel van H, I en J krijg ik het vermoeden dat zij wel eens C, D en E kunnen zijn, maar …. dan zag B hen niet om 02.30 aan de spoorweg, maar eerder, namelijk rond 01.15! En zo gaat dat maar door … want E zou een week later B met vijf ‘druppels’ proberen om te kopen in het café  van K. K bevestigt dat B en E samen in haar café waren…. en zo kon ik blijven zoeken. Ik piekerde maar verder tot door één kleine opmerking B door de mand viel. Hij liegt dus en dus vermoed ik dat alles wat hij verklaart in scène gezet is en geloof ik de anderen, wat dan weer nieuwe perspectieven opent.

Wees gerust ik heb ze nog allemaal op een rijtje. Het verklaart enkel hoe traag ik soms vorder en mijn deadline voor het boek weer wat verschoven wordt. Hopelijk eind april???

Ondertussen hebben de regisseur en ikzelf hard gewerkt: onder andere aan de begroting die schrikbarende proporties aanneemt 🙁 Anderzijds krijg ik hulp en positieve reacties uit onverwachte hoek. Zo deed de componist een heel mooi financieel voorstel dat ik uiteraard met open armen verwelkom. Twee lieve dames zullen poppen aankleden voor het scriptboard. We gaan daarmee experimenteren, want de talrijke playmobilventjes die mijn garage vullen, blijken nog te klein om mee te doen in mijn film 😉 Iedereen die op mijn vraag positief reageerde, wil ik hierbij oprecht bedanken voor hun hulp, maar hun kroost zal ik eerstdaags terugbezorgen. Ze huilen een beetje te hard om hun mama!

En dan is er nog de provincie West-Vlaanderen die zelf contact opnam om eens te praten over de subsidies. Duimen, duimen dus!

34. Planning

Hoewel ik het niet zo op deadlines begrepen heb, vermoed ik dat we nu wel een strikte planning moeten volgen, willen we de ideale datum voor de première halen. Op 25 mei 2015 is het precies honderd jaar dat het eerste slachtoffer van ‘de moorden van Beernem’ viel, namelijk baron Henri d’Udekem d’Acoz. Weliswaar gaat het in mijn film niet over ‘Tuterke’, maar een verwijzing naar die moord komt er zeker. Bepaalde getuigen uit het onderzoek naar de moord op Hector De Zutter verwijzen voor het motief expliciet naar die misdaad uit 1915.

De planning ziet er ‘voorlopig’ dus zo uit:

maart – augustus ’12: ik werk mijn boek af, met regisseur en cameraman bezoek ik de gekende locaties en zoeken we naar nieuwe locaties, het scenario wordt steeds opnieuw besproken en we zullen vooral moeten schrappen in die overvloed aan materiaal, we stellen de dramaturgie op punt.
september ’12: de trailer voor mijn boek draaien (zonder acteurs) en we zoeken sponsors
oktober ’12: opstellen planning repetities en draaidagen en audities voor de belangrijkste acteurs, sponsors zoeken
november ’12: boekvoorstelling – oprichten steunfonds – subsidiedossiers opstellen, sponsors zoeken
december ’12 – februari ’13: scenario definitief afwerken, scriptboard maken, sponsors zoeken
voorjaar ’13: repetities met de belangrijkste acteurs op locatie, sponsors zoeken
najaar ’13: draaien film, sponsors zoeken
voorjaar ’14: draaien film, sponsors zoeken
zomer en najaar ’14: montage, sponsors zoeken, trailer samenstellen, publiciteit verzorgen, afspraken met verdelers
25 mei 2015: première

Wie wil meehelpen, steunen, figureren … reageer alstublieft.

33. De Kasteelmoord.

Tja, letterlijk iedereen spreekt me aan over die recente moord. De krant ‘De Morgen’ en ‘Focus-TV’ namen me een interview af, (7 februari 2012), in de winkel, op mijn voordrachten, aan de telefoon … telkens iemand mijn neus ziet, begint men erover. Nochtans over die moord heb ik geen uitgesproken mening, laat staan dat ik een oordeel zou vellen, maar na de krantenartikels van vandaag moet ik bekennen dat er inderdaad een paar gelijkenissen zijn. Nee, niet de locatie, de betrokkenen of het motief … daar weet ik niet eens het fijne van, maar wat me zo opvalt, is de beroering die deze moordzaak veroorzaakt én het gedrag van het juridische wereldje. Daar liggen de vergelijkingen voor het rapen.
De betichten uit de moordzaak van Wingene hebben alvast het grote voordeel dat er iemand als meester Rieder waakt over de correcte toepassing van de rechtstaat. De heer Rieder diende een wrakingsverzoek in tegen de KI-voorzitter, “… omdat deze gezien was in het bureau van een onderzoeksrechter in Brugge in het bijzijn van de substituut van de procureur …”(De Standaard van woensdag 7 maart 2012).
In de zaak van Hector De Zutter bestond geen mijnheer Rieder en was het de familie De Zutter of de pers – in de persoon van mijnheer De Lille – die deze feiten aan de kaak moest stellen.
De interesse van de mensen voor de huidige kasteelmoord is nog niets in vergelijking met de beroering die de moord op Hector De Zutter teweegbracht. Wat ik vandaag echter lees, hoor en zie in de media maakt het voor mij gemakkelijker mij in te leven in het woelige Beernem van toen. De vele meningen, de scherpe tegenstellingen, de pijn, woede en het verdriet, de familietragedie, de onschuldigen die werden meegesleurd en besmeurd, dat alles is zo herkenbaar, zo menselijk en zo emotioneel heftig. Op dat vlak zie ik dus de gelijkenis, maar de zaak Hector De Zutter is nog zoveel meer. Nu begrijp ik pas goed waarom mijn vader zo gegrepen was door dat verhaal.

32. Gommen!

Vorige zaterdag heb ik met de regisseur de structuur van de film uitgetekend. Het probleem dat wij daarbij ondervonden, was een teveel aan vertelstof. De meeste scenaristen moeten zoeken naar ankerpunten, plotwendingen, verhaallijnen, interessante personages … waaraan ze alles kunnen vasthaken, wij moeten voortdurend schrappen. ‘Zaak De Zutter’ kan een serie van tien uur vullen en wij gaan dat samenvatten in één langspeelfilm! Een gom is momenteel het gereedschap waarmee ik het vaakst werk.

Na vijf uur wikken, wegen, plannen … zonder adempauze was mijn geest murw. Geen enkel sprankelend idee kwam nog opzetten, maar ik was zo voldaan!

Af en toe moet ik me in de arm knijpen en zeggen: dit is echt! Je werkt aan je film, het project krijgt vorm. De reacties van de mensen zijn ook zo super tof. Mijn beste vriendin heeft me misschien een sponsor aan de hand gedaan, vier beroepsactrices toonden al hun interesse, andere medewerkers duiken op en alles wordt enthousiast doorverteld. Zo groeit mijn netwerk langzaam aan. Wees welkom in de club!

31. Trailer

Vannacht lag ik even wakker en zie: de beelden van mijn trailer doken één voor één op. Ik wil die klaar hebben bij de lancering van mijn tweede boek eind dit jaar. Dat zijn twee vliegen in één klap. De trailer is reclame voor het boek én natuurlijk voor de film én ook voor mijn steunfonds!

Heel leuk is ook de reactie van mensen op mijn vraag naar medewerking. Wie ik al aanschreef, brengt meestal andere kandidaten naar voor. Dat gaat van acteurs en actrices over kostuumontwerpers en requisietenzoekers naar fotografen en dramaturgen enz… Er is werk genoeg voor iedereen.
Voor mij dus ook …;-)

30. Het gulzige begin!

Sorry, sorry, het is inderdaad veel te lang geleden, maar als er eerst weinig of geen nieuws is en dan komt er enkel slecht nieuws, dan ontbreekt de lust dit kenbaar te maken.
Maar ja, nu heb ik fantastisch nieuws, vandaar … !
Het is ongelooflijk! We zijn van start gegaan. ‘We’ dat is een productiehuis dat meestapt in mijn project. De naam wil ik hier nog niet kenbaar maken, want eerst moet alles contractueel vastgelegd worden met alle medewerkers. Een eerste werkvergadering met de regisseur zit erop. Deze week stel ik mijn beleidsplan op en dat wordt volgende zaterdag besproken.
Plots heb ik een hele boel werk naast het verder schrijven aan mijn boek en het schrijven van het scenario. Maar nu is het écht en dat geeft een kik! Waw!
De adrenaline giert door mijn lijf en graag én gulzig gooi ik mij op het werk. De fantasie vonkt aan alle kanten, maar wees gerust! Als Cerberus waak ik over de inhoud van het verhaal. De waarheid boven alles. Het échte verhaal over de moord op Hector De Zutter en geen afkooksel wordt het! Ik zoek echter constant naar een creatieve manier om die feiten in beeld te brengen. Zoals je kan raden is ‘geld’ het grootste probleem, maar ook in die richting heb ik plannen. Van een uitdaging gesproken! Vanaf heden zal er dus meer nieuws en dus ook meer post zijn. In korte stukjes zal ik mijn activiteiten kenbaar maken, zodat jullie nog beter de vooruitgang kunnen volgen. Steun me alstublieft!

29. Het oog wil te veel.

Vorige maandag was het dus ‘de’ dag, dacht ik toch. Niet dus. Het grote productiehuis is een firma, een grote firma die vooral commercieel denkt. Niets mis mee, maar ik wil geen commercie drijven, ik wil een droom realiseren. Afstand doen van mijn rechten en daardoor alle kans op toezicht verliezen, horen daar niet bij. Dus na vijf minuten was het al heel duidelijk. Eerlijk gezegd, ik wist het al bij aankomst. Een druk op de beldeurknop … er gebeurde niets. Nogmaals bellen, weer niets. Uiteindelijk gewoon op de deur geduwd en ontdekt dat je inderdaad gewoon kon binnenstappen. Een kleine receptiehal met verlaten balie, twee fauteuils en een koffieautomaat. Een trap leidde naar het heilige der heiligen. Voorlopig durfde ik die niet te beklimmen en na wat gedraal ontdekte ik ook een telefoon op de balie met vermelding: “bel bij afwezigheid’. Ik belde en wachtte geduldig in één van de fauteuils. Het was duidelijk: men popelde niet mij te ontvangen. Ik wist dus hoe laat het was en besloot er naar te handelen.
Na vijf minuten kwam een mannequinfiguur de trap afgedaald, schrok zich een hoedje en belde naar de mevrouw met wie ik een afspraak had. Dat bleek wat moeilijk te liggen, maar uiteindelijk werd ik uitgenodigd me naar een hogere sfeer te begeven. Tijdens mijn stijgen, daalde een paar mannenbenen en de mannequin lispelde “Goede avond, Erwin!”. De dag van god zat er blijkbaar op en ik moest mij geen illusies maken.
De mevrouw die zich over mij moest ontfermen was zenuwachtig, excuseerde zich en verklaarde dat Peter, de zoon van god, zo leek het toch, net een heel belangrijke afspraak had. Er was een vergissing met de agenda gebeurd, maar Nico, het zoveelste achterkleinkind wist alles over mijn project en zou me verder helpen. Peter kwam er later wel bij.
Nico was een uitermate vriendelijke jongeman die probeerde te verbergen dat hij drie seconden eerder mijn dossier op zijn bureau had ontvangen en me voorstelde: “Misschien is het gemakkelijk dat u eerst uw kant nog even uit de doeken doet.”
Omdat ik hem inderdaad sympathiek vond en die gast gewoon zijn job deed, heb ik geen spelletje gespeeld. Ik heb hem onmiddellijk gezegd dat ik wist dat hij mijn dossier niet gelezen had en dus niet moest doen alsof. Was het een dikke nek geweest, ik had hem op het rooster gelegd tot hij het zelf moest bekennen dat hij niets van het verhaal kende.
Om een verhaal kort te maken. Zijn baas wou wel mijn ‘moorden’ in zijn la opbergen voor ‘ooit’ eens op een vergeten moment – en nu citeer ik: wij zijn niet geïnteresseerd om enkel als financiële coproducent in het project mee te stappen. Wij ambiëren op al onze projecten de creatieve eindverantwoordelijkheid. Daarom zou ik je willen vragen om het manuscript van je roman op te sturen … ”
Dat heb ik vlakaf afgewezen. En maar goed, want gisteren had ik een gesprek met een ander productiehuis én … ik mag weer een beetje dromen. Volgende week hoor ik (en ook jij) meer.

28. Afgehaakt.

Geen nieuws is goed nieuws … zegt men. Maar wie is ‘men’? Ik denk dat men er niets van weet. Alle communicatielijnen met de grote regisseur bleven dood. Na twee opdringerige mailtjes van mijn kant, kwam uiteindelijk een reactie. Eerst was het uitstel en nu wordt mijn project verbannen … naar de schuif! Ik citeer:

“Ik heb je materiaal doorgenomen en je research is zeer indrukwekkend. Het is een intrigerende zaak met heel veel mogelijke invalshoeken, maar ik ben er wel van overtuigd dat het best zou gediend zijn met een prestigieuze tv-reeks, eerder dan een film.

In die zin past het niet in mijn planning voor de komende jaren, maar ik leg het wel in mijn schuif ‘interessante ideeën’ ; je weet maar nooit….”

Die men zat er is dus goed naast. Ik denk dat ik die uitdrukking eveneens zal verbannen. Misschien worden de schuiven nog eens samengebracht en ontmoet de spreuk daar mijn project. Dan maken ze er samen maar iets moois van. (Bv. hoe de klerk van een grote regisseur een verbannen project uit de lade haalt, op zoek gaat naar de in armoede levende scenariste … en ze leefden nog lang en maakten veel succesfilms!)

Enfin, slecht nieuws is altijd beter dan geen nieuws, want zo weet ik waar ik sta. Er zijn trouwens nog twee openstaande opties: twee productiehuizen die contact hebben gelegd, waarvan één me uitnodigde … maandag 16 januari. Overmorgen is het dus zover. We zien wel.

Ondertussen kan ik me de toekomst al vrij goed voorstellen en weet ik steeds beter wat ik echt wil. De onderhandelingen die ik nog zal voeren zullen dan ook in die zin aangepakt worden.

Het belangrijkste is nu mijn boek. Gisteren was een schitterende dag voor mijn onderzoek. Mijn boek is voor meer dan de helft af (eerste versie) en ik ben trots op het resultaat. Vooral omdat het een goed beeld van de maatschappij anno 1926 – 1929 geeft.

27. Nog een horde genomen.

Ondanks mijn gesnotter en waterige ogen kon ik de leden van de Bestendige Deputatie overtuigen van de waarde van mijn filmproject! Ik kreeg de belofte van een subsidie!
Maar …
Uiteraard is er een maar … die is er altijd, maar 😉 in deze situatie sta ik er wel volledig achter!
Toen ik vertelde over de mogelijkheden bij GoneWest ( een initiatief van West-Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen samen) en het perfect aansluiten van mijn filmthema bij de doelstellingen van dat programma, waren ze ervoor gewonnen dat ik eerst die kans zou benutten. Het beschikbare budget is daar immers een pak groter dan een gewone projectsubsidie. Lukt dat niet, gaan we opnieuw rond de tafel zitten en bespreken we wat de provincie West-Vlaanderen alsnog aan steun kan geven.
Dus geld krijg ik sowieso. Het bedrag kan echter serieus schommelen. Hopelijk waait de financiële wind uit het westen!

26. Het huis reageert!

Ongelooflijk! Lichtjaren geleden zond ik mijn dossier naar het productiehuis bij uitstek en … er volgde niets. Glasvezelstilte.
Eergisteren, na een dag werken in het rijksarchief, las ik zoals gewoonlijk mijn mail. Spamspamspam, een bericht van mijn zus, een uitnodiging voor een tentoonstelling en een paar oninteressante berichten, tot daar niets speciaals. Ik deletete in ijltempo alle brol en bijna een mail van ene C met als onderwerp ‘RE: de moorden van Beernem’. Ha, een aanvraag voor een voordracht, dacht ik. Ik opende het bericht en las, herlas wat daar stond. Heel traag drong tot mij door dat een productiehuis met naam en faam mij uitnodigde voor een gesprek over mijn filmproject op 16 januari 2012. Niet zomaar een huis, maar één dat al samenwerkte met ‘de’ man op ‘de’ juiste plaats.
Kan het echt dat de dingen zo mooi in elkaar vallen en dan tot niets leiden? Dat geloof ik niet. Ik heb echt de indruk dat alles nu in een stroomversnelling is geraakt en dat ik een trein in gang heb gestoken waarvan ik misschien niet eens besef hoe hard die aan het rijden is.
Dinsdag heb ik een gesprek met drie gedeputeerden van de provincie West-Vlaanderen, op het einde van volgende week mag ik ‘de’ man opnieuw contacteren en in januari ga ik op bezoek in het huis van mijn dromen. Waw!