De weergoden deden er gisteren alles aan om te verhinderen dat ik Brussel en mijn ontmoeting met de heer P. zou missen. Ondanks de stortvloed, de blikseminslagen en de treinvertraging kwam ik ruimschoots op tijd. Dat kon niet gezegd worden van mijn gesprekspartner. Hij vroeg per sms een halfuurtje uitstel. In nagelbijten had ik geen zin dus stilde ik de honger met een overheerlijk broodje. Met nog een laatste hap voor de boeg werd ik dan toch nog verrast door de komst van de heer P. Ik moest even slikken!
Een uur en veertig minuten later had ik alle calorieën die in het stokbrood, de mozzarella, tomaat en sla zaten, verbruikt, mijn suikergehalte zat in de alarmzone en ik was totaal uitgedroogd. De regenjas van de heer P. zwierde maar amper de deur uit of ik stortte me op de kaart. Bij een ‘calleke en een cake’ hervond ik mijn fysiek evenwicht, de chaos in mijn hoofd tot rust brengen, duurde iets langer.
Enerzijds was ik euforisch, anderzijds werd ik paniekerig, maar bovenal voelde ik me een groentje. Het gevreesde ‘neen’ had ik niet gekregen, wel een ‘misschien’ met een hele hoop huiswerk erbij. Uit het gesprek bleek dat ik de filmwereld amper kende, geen benul had van de mogelijkheden én de normen, waardoor mijn dossier waarschijnlijk niet beantwoordde aan de eisen van het comité, stelde de heer P., maar ik had zijn interesse gewekt door de inhoud van het project. Er stak potentieel in. Ik was dus een groentje met een … vinkje.
Wanneer ik analyseerde wat de heer P. zei, kwam ik tot de conclusie dat de verpakking en de samenstelling van het dossier ‘misschien’ wel klopten, maar dat de drager van de boodschappentas te licht werd bevonden. M.a.w. ik moet dringend Erik Van Looy eens bellen. Helaas, ik ben zijn telefoonnummer kwijt! Help ik heb huiswerk!