33. De Kasteelmoord.

Tja, letterlijk iedereen spreekt me aan over die recente moord. De krant ‘De Morgen’ en ‘Focus-TV’ namen me een interview af, (7 februari 2012), in de winkel, op mijn voordrachten, aan de telefoon … telkens iemand mijn neus ziet, begint men erover. Nochtans over die moord heb ik geen uitgesproken mening, laat staan dat ik een oordeel zou vellen, maar na de krantenartikels van vandaag moet ik bekennen dat er inderdaad een paar gelijkenissen zijn. Nee, niet de locatie, de betrokkenen of het motief … daar weet ik niet eens het fijne van, maar wat me zo opvalt, is de beroering die deze moordzaak veroorzaakt én het gedrag van het juridische wereldje. Daar liggen de vergelijkingen voor het rapen.
De betichten uit de moordzaak van Wingene hebben alvast het grote voordeel dat er iemand als meester Rieder waakt over de correcte toepassing van de rechtstaat. De heer Rieder diende een wrakingsverzoek in tegen de KI-voorzitter, “… omdat deze gezien was in het bureau van een onderzoeksrechter in Brugge in het bijzijn van de substituut van de procureur …”(De Standaard van woensdag 7 maart 2012).
In de zaak van Hector De Zutter bestond geen mijnheer Rieder en was het de familie De Zutter of de pers – in de persoon van mijnheer De Lille – die deze feiten aan de kaak moest stellen.
De interesse van de mensen voor de huidige kasteelmoord is nog niets in vergelijking met de beroering die de moord op Hector De Zutter teweegbracht. Wat ik vandaag echter lees, hoor en zie in de media maakt het voor mij gemakkelijker mij in te leven in het woelige Beernem van toen. De vele meningen, de scherpe tegenstellingen, de pijn, woede en het verdriet, de familietragedie, de onschuldigen die werden meegesleurd en besmeurd, dat alles is zo herkenbaar, zo menselijk en zo emotioneel heftig. Op dat vlak zie ik dus de gelijkenis, maar de zaak Hector De Zutter is nog zoveel meer. Nu begrijp ik pas goed waarom mijn vader zo gegrepen was door dat verhaal.